De aardappel komt van origine uit
Peru en Bolivia; hij
arriveerde pas in Europa
in de 16e eeuw en werd pas populair aan het eind van de 17e eeuw,
toen door een aanhoudende daling in temperatuur de graanoogsten
mislukten. Daarna reisde de aardappel de hele wereld over, tot de
Belgen hem in de 19e
eeuw zelfs naar Congo
brachten om te verbouwen.
Nederlandse
aardappels zie je daar nog steeds overal groeien, maar ondanks dat
iedereen er enthousiast over is worden ze voornamelijk gebruikt voor de
export. De aardappel behoort tot de familie van de Nachtschade en is dus
een giftige plant; alleen de aardappel zelf is eetbaar. Maar die
aardappel is dan ook relatief goedkoop en een bron van koolhydraten,
eiwitten en vitamines. |