Al 2.000
jaar geleden waren cacaobonen bekend bij de Maya's, die ze als muntstukken
hanteerden en er ook een drank van maakten, met maïsmeel, chilipeper en heet
water. Een soort vloeibare chocolade-chilitaart dus. Deze drank heette
Xocoatl, de basis voor het latere woord "chocolade".
Rond 1530
kwam de chocolade naar Europa. Pas in de 18e eeuw wordt het echter
echt populair en wordt het naast als drank ook in vaste vorm gebruikt. De
praline werd in 1912 uitgevonden. Hoewel de bonen dus uit Zuid-Amerika komen
en daar nog steeds groeien, komen tegenwoordig de meeste cacaobonen uit
West-Afrika. |