Klop 4 eieren met 100 gram suiker
gedurende 5 minuten; voeg de bloem en 100 gram boter toe en roer dit
voorzichtig door elkaar. Schenk het beslag in een ingevette springvorm
en bak de taart een half uur op 180 graden. Laat hem afkoelen en snijd
hem overlangs doormidden. Splits de overgebleven eieren. Roer de maizena
en de eidooiers los met een paar eetlepels sinaasappelsap en breng de
rest van het sap aan de kook met de overgebleven suiker; roer het maizenamengsel
erdoor en verhit langzaam, al roerend, tot het dik wordt. Roer 25 gram
boter erdoor. Smeer dit mengsel over de onderste cakelaag en leg de
tweede erop. Verhit de room met de overgebleven boter en smelt de chocolade
erin. Laat het afkoelen en klop het los met een garde. Bestrijk de bovenkant
van de taart ermee. Garneer met een plak sinaasappel.
|
Rol het bladerdeeg
uit en bekleed er een ingevette bakplaat mee. Meng de amandelspijs met
het ei, de boter, de citroensap en de suiker en verdeel dit mengsel
over het bladerdeeg. Schik de appelplakjes er dakpansgewijs bovenop
en bestrooi ze met walnoten. Bak de taart 25 minuten op 180 graden.
|