Sperziebonen behoren tot de familie van
vlinderbloemigen en werden al meer dan 7000 jaar geleden in
Peru en
Mexico verbouwd.
De bonen werden in de 16e eeuw door de
Spanjaarden en
Portugezen naar
Europa gebracht.
De
Vlamingen noemen het prinsessenbonen,
Nederlanders noemen het sperziebonen. Sperziebonen kun je
niet rauw eten, je moet ze blancheren, koken en roerbakken. Vroeger
werden deze bonen een half uur gekookt en werden dan helemaal zacht;
tegenwoordig houden we meer van beetgaar en een minuut of 8 koken is
voldoende.
|