De kabeljauw was vroeger heel nuttig om de winter door te komen, omdat hij heel makkelijk gezouten kan worden. Kabeljauwen zwemmen graag in koud water; de meeste kabeljauw die bij ons te koop is komt uit de buurt van Ijsland. Helaas wordt hun bestaan vandaag de dag bedreigd door overbevissing; het is dan ook beter om kabeljauw tussen juli en december te eten, om het paaiseizoen niet te verstoren. De kabeljauw bevat maar heel weinig vet; je kunt er van alles mee doen, stoven, pocheren, grillen, bakken en stoven. De kop en graten kunnen worden gebruikt bij het bereiden van vissoep en de wangetjes zijn een lekkernij.