Bangkok, de hoofdstad van Thailand, heeft meer dan 8 miljoen inwoners en staat bekend als het "Venetië van het Oosten", maar ook als de "Stad van de Engelen" en de "Stad van de Zonde". In de jaren 60 was de stad een uitrustplek voor soldaten die terugkwamen uit Vietnam en die atmosfeer bleef lang hangen. Massage en bevrediging zijn alomtegenwoordig en heel wat Thaise dames zijn bereid hieraan mee te helpen. Men zegt dat 20% van de inwoners op de een of andere manier bij de sexindustrie betrokken zijn.
In 2004 werd de stad getroffen door vogelgriep en delen van de stad gingen in quarantaine, maar nu is dat helemaal opgelost. Het is een levendige stad, dag en nacht. Het verkeer is vreselijk en wij gebruikten dan ook zo veel mogelijk de metro. De metro is niet alleen goedkoop en snel, af en toe heb je ook prachtig uitzicht over de stad. Op de rivier kun je ook prima reizen. De boten zijn weliswaar niet zo snel als de metro, maar nog altijd sneller dan de taxis, die af en toe lange tijd vaststaan in de file.
In de zestiende eeuw heette Bangkok "Bang Makok" hetgeen betekent "plaats van de olijven", er groeiden namelijk veel wilde olijven rondom de stad. De stad was voornamelijk een handelspost. In 1782 werd Bangkok de hoofdstad van Thailand. De rivier Chao Praya loopt dwars door de stad, vol met boten en drijvende markten en tempels op de oevers. Een van de bekendste bezienswaardigheden aan de rivier is het Grote Paleis. Dit werd in 1782 gebouwd door koning Rama I en het beslaat maar liefst bijna 200.000 vierkante meter. De koning heeft tegenwoordig nog steeds een plekje daar, maar er zijn ook kantoren van de regering en beeldjes van Boeddha; er zijn echter geen monniken meer. De kleine groene Boeddha werd in 1434 gevonden in Chiang Rai. Het beeldje was helemaal verdwenen onder het cement en pas later ontdekte men dat het van jade was. Het beeldje heet "Boeddha van Smaragd", maar dat gaat alleen om de smaragdgroene kleur. Het boeddhaatje reisde van Chiang Rai via Lampang, Chiang Mai en Laos naar Bangkok om in de paleistempel te eindigen. Het beeldje heeft drie stellen kleren die ook drie keer per jaar worden gewisseld, een beetje zoals bij Manneke Pis in Brussel.
Op de muren van het paleis vind je het verhaal van Ramakien afgeschilderd. Dit is de Thaise equivalent van het Paard van Troje, waarbij een ontvoerde dame de oorzaak wordt van oorlog.
Om eens even iets anders te zien dan tempels gingen we naar de Dusit dierentuin, die gelegen is tegenover het Parlementsgebouw. De dierentuin werd gebouwd in 1938 als deel van de botanische tuin van koning Rama V. De kinderen vonden het prachtig, met name het waterfietsen en de olifanten.
De laatste tempel die we bezochten was de "Tempel van de Dageraad" ofwel "Wat Arun". Het is een prachtige tempel met uitzicht over de rivier, met name op het Grote Paleis. Er zijn een heleboel versieringen; als je ze van dichtbij bekijkt, zie je dat het Chinees porselein is, het zijn namelijk stukjes van oude serviezen. Dit porselein werd gebruikt als ballast op Chinese schepen die Thailand bezochten en werd opnieuw gebruikt. Het is hier minder druk dan bij de andere bezienswaardigheden. Koning Rama II begon met de bouw van deze tempel in de negentiende eeuw en Koning Rama III maakte hem af. Een van de tempels op het gebied is al veel ouder, die is uit de tijd van Taksin toen Bangkok nog niet eens gebouwd was. Er gaat een heel lange trap naar boven, maar deze is erg steil. Nadat er een aantal ongelukken met toeristen geweest waren heeft men het bovenste gedeelte gesloten.

Voor heerlijk Thais eten, klik HIER of op de foto's hieronder