|
300 GRAM SPEK aan een stuk
300 GRAM VARKENSGEHAKT
300 GRAM VARKENSLEVER
2 DECILITER WITTE WIJN
1 UI, gesnipperd
HANDJE JENEVERBESSEN
2 TEENTJES KNOFLOOK, uitgeknepen
200 GRAM SPEK, in plakjes
75 GRAM WALNOTEN, gehakt
2 EIEREN
|
|
- 100 GRAM PALING, sliced
- 25 GRAM BOTER
- 65 GRAM BLOEM
- 1 1/4 DECILITER VISBOUILLON
- 75 GRAM PANEERMEEL
- 1 THEELEPEL DRAGON, gehakt
- RASP VAN 1/4 CITROEN
- 1 EIWIT
|
Maal de lever, het spek aan een stuk en het
gehakt met het ei en de wijn fijn in de keukenmachine. Voeg alle ingrediënten
toe behalve de bacon, voeg een theelepel zout
toe en meng goed. Bekleed een cakevorm met spekplakjes en schep het vleesmengsel
erin; dek het af met bacon. Bak de pâté anderhalf uur op 175 graden.
Laat
de pâté
een nacht afkoelen en snijd het in plakken.
Zie ook heerlijke recepten voor
gewone paté,
Maastrichtse pâté,
paaspâté en
leverpastei.
|
Smelt de boter met
25 gram bloem, roer goed. Voeg de visbouillon toe ne breng dit aan
de kook, al roerend. Doe de warmtebron uit en roer de citroenrasp
erdoor, de paling en de dragon en zout naar smaak. Laat dit mengsel
in de koelkast afkoelen. Vorm er 4 kroketten
van. Rol deze eerst door de overgebleven bloem, dan door eiwit en dan door paneermeel.
Laat de kroketten nogmaals een uur in de koelkast opstijven en bak ze
goudbruin (ongeveer 4 minuten).
|