Meng het meel met de
melk, de boter, het zout, de gist en 50 gram suiker en kneed dit 10 minuten; laat
het deeg een uur rijzen. Rol het deeg uit en bekleed er een
ingevette taartvorm mee. Verdeel de pruimen over de bodem. Klop de
room los met de overgebleven eieren, de kaneel en de rest van de
suiker en giet dit over de pruimen. Bak de
vlaai een half uur op 200 graden.
Zie ook een recept
voor pruimentaart (uit
Luxemburg),
pruimenvlaai
(uit Limburg) en een
pruimentaart met gedroogde pruimen.
|
Meng de bloem, 100 gram suiker,
de boter en een snufje zout door elkaar en kneed dit
tot een deeg. Zet het deeg een uur in de koelkast; rol het dan uit en
bekleed de bodem en zijkanten van een ingevette taartvorm ermee.
Smelt de overgebleven suiker met 2 eetlepels water in een koekenpan
en verhit op middelhoog vuur tot het goudbruin wordt. Zet het vuur
laag, doe de room erbij en roer tot het is opgelost. Laat het
notenmengsel even afkoelen en schep het in de taartbodem. Bak de
taart 40 minuten op 175 graden.
|