Meng bloem, suiker, zout, melk en gist en kneed 5
minuten. Rol het deeg uit in een rechthoek van 20X30 cm en and leg deze
minstens een uur in de koelkast. Neem de boter een half uur voordat
je het gaat gebruiken uit de koelkast. Strooi wat bloem op het aanrecht
en rol de boter uit tot een lap van 12X17 cm. Leg de boterlap op de
deeglap en vouw de deegranden om de boter. Rol de hele lap weer uit
tot 20X30cm en leg hem terug in de koelkast voor een uur. Herhaal
dat proces (deeglap opvouwen, uitrollen) drie keer. Snijd driehoeken
uit de deeglap en rol ze op tot croissants. Bak ze 10 minuten op 200
graden, verlaag de oventemperatuur naar 180 graden en bak nog 15 minuten.
Ik heb altijd gedacht dat de croissant uit Frankrijk
kwam, al was het alleen maar om de enorme hoeveelheden Fransen die ik,
staande aan de bar, deze heerlijke broodjes in hun "café au lait" heb
zien soppen voor het ontbijt. Maar er doen verschillende verhalen over
de ronde. Sommigen zeggen dat de croissant
uit Polen kwam, sommige uit
uit Hongarije
of Wenen, en alle verhalen hebben te maken met een oorlogsoverwinning.
Blijkbaar is dit heerlijke broodje goed soldatenvoer. Natuurlijk zijn
er ook keukenhistorici, die wèl menen dat de croissant uit Frankrijk
komt.
De naam ccoissant verwijst naar de vorm van de wassende maan, en croissants
werden vroeger ook wel "halve maantjes" genoemd.
|
Meng bloem, gist, 50
gram boter (gesmolten), 1 ei, suiker, zout en 1/4 liter water. Kneed
tien minuten en voeg dan de rozijnen, sinaasappelschil en noten toe.
Laat het deeg een half uur rijzen. Meng ondertussen de amandelspijs
met een eigeel en maak een rolletje, net zo lang als de verwachte lengte
van het brood. Rol het deeg uit tot een rechthoekige lap en leg de amandelspijsrol
langs de kant; rol het brood van twee kanten op. Laat het brood anderhalf
uur rijzen; bak 40 minuten op 200 graden. Smelt de rest van de boter
en kwast het over de bovenkant van het brood.
|