|
|
- 3 APPELS, geschild en klokhuizen
uitgeboord
- 275 GRAM ZELFRIJZEND BAKMEEL
- 175 GRAM BOTER, zacht
- 150 GRAM SUIKER
- 3 EIEREN
- 50 GRAM MELK
- 50 GRAM AMANDELSPIJS
- 50 GRAM AMANDELEN, gehakt
- 1 THEELEPEL KANEEL
|
Rol het bladerdeeg
uit en snijd het in 8 rechthoeken. Verdeel een eidooier met een kwastje
over vier plakjes. Bak alle deegrechthoeken een kwartier op 180 graden.
Laat ze afkoelen. Los de custard poeder en het overgebleven ei op in
een beetje melk. Breng de rest van de melk aan de kook. Voeg het custardmengsel
toe, verhit tot het dik wordt en laat de custard vervolgens afkoelen.
Roer dan de slagroom erdoor. Leg de deegrechthoekjes zonder eigeel op
een bordje, lepel de helft van de custard erover, leg het fruit erop
en dan de rest van de custard. Leg het deegplakje met eigeel erbovenop.
|
Doe 125 gram boter, 3 eieren, 100 gram
suiker, 200 gram bloem en alle melk in een kom en mix 5 minuten met
een electrische mixer. Giet het beslag in een taartvorm. Strooi de kaneel
erover. Snijd de appels in plakken en leg ze er bovenop. Meng de rest
van de bloem, boter en suiker met de amandelspijs en de amandelen en
maak daar een kruimelige massa van met de vingers. Verdeel de kruimels
over de appels. Bak de taart 50 minuten op 165 graden.
|