Breng een
deciliter water aan de kook en los de boter erin op. Draai het vuur laag en
voeg de bloem toe, blijf al roerend verhitten tot het deeg als een bal loskomt.
Doe het vuur uit en roer de eieren er een voor een door. Maak zes hoopjes op
een bakplaat en bak de soezen 20 minuten op 200 graden. Laat ze afkoelen, knip
ze open en vul ze met slagroom. Meng de cacao met het eiwit en de poedersuiker
voor het glazuur. De bedoeling is dat de hele soes bedekt wordt met
chocoladeglazuur. Ik heb alleen de bovenkant gedaan, omdat ik bang was voor
een heel vieze bende.
|
Meng de walnoten met
de noten en 2 eetlepels suiker. Smelt de boter. Leg de helft van de
deegvellen in een ingevette ovenschaal, bestrijk elk vel met boter. Schep
het notenmengsel erop en dek het af met de overgebleven filodeeg, bestrijk
elk vel weer met boter. Snijd de baklava in vierkantjes en bak het 20
minuten op 200 graden. Kook ondertussen de overgebleven suiker met de
sinaasappelrasp, de kaneel en een deciliter water in tot een siroop.
Bestrijk de gebakken baklava met de laatste boter en giet de siroop erover.
Wacht een paar uur alvorens de baklava op te eten.
Dit is een recept uit de Marmara
streek rond
Istanbul, een streek die bekend is door
culinaire lekkernijen.
|