- 500 GRAM VLIERBESSEN, schoongemaakt
- 8 EETLEPELS SUIKER
- 1 EETLEPEL VANILLESUIKER
- 2 EETLEPELS CUSTARDPOEDER
- 150 GRAM ZELFRIJZEND BAKMEEL
- 60 GRAM KOUDE BOTER, in blokjes
- 100 GRAM GEDROOGDE
ABRIKOZEN, geweld en in stukjes small
- 1/2 DECILITER KARNEMELK
|
|
|
Meng de vlierbessen
met 5 eetlepels suiker, de vanillesuiker, de abrikozen en de custardpoeder
en schep dit mengsel in een ingevette ovenschaal. Meng het meel met
de boter en een eetlepel suiker tot een kruimelig deeg. Roer vlug de
karnemelk erdoor en schep dit mengsel op de vruchten. Bak de cobbler
een half uur op 180 graden, strooi de overgebleven suiker erover en
serveer hem warm.
Een cobbler is een
Amerikaans dessert, gemaakt uit
fruit met een deksel van verkruimeld deeg erop, meestal biscuitdeeg. Je kunt ook
andere soorten fruit gebruiken, zoals
perziken,
kersen,
appel, of zwarte bessen. De naam
komt voort uit het feit dat de toplaag op "cobbles" (grote keien)
lijkt. De Engelse
naam is pandowdy (dowdied
is verkruimeld). Een cobbler lijkt erg op een
kruimeltaart, die
kleinere kruimels heeft. Recepten voor cobblers bestaan echter al
veel langer.
Zie ook een recept voor
mangocobbler.
|
Rasp de schil van een
sinaasappel en pers ze allemaal uit. Pureer de dadels en meng de puree
met het sap van een sinaasappel, de rasp, het komijnzaad en de amandelspijs.
Bestrijk vier vellen filodeeg met boter, leg op ieder vel nog een en
bestrijk weer met boter. Verdeel de dadelpuree over de deeglapjes en
rol deze op en sluit ze als toffees. Bestrijk ze weer met boter en bak
ze ongeveer 12 minuten in de oven op 190 graden. Breng intussen het
overgebleven sinaasappelsap aan de kok met de suiker en laat dit een
kwartier inkoken. Serveer de flapjes met de sinaasappelsaus.
|