Kook
de appels met 50 gram suiker en 1 deciliter water gedurende 15 minuten.
Roer de maizena, de kaneel en de nootmuskaat erdoor. Meng de bloem met
de boter en de rest van de suiker. Kneed het tot een deeg. Schep het
appelmengsel op de bodem van een taartvorm. Rol het deeg uit en leg
het erbovenop. Maak er gaten in om de stoom te laten ontsnappen. Bak
de taart een half uur op 180 graden. Snijd nu met een mes he deeg in
vierkantjes (terwijl het nog op de appels ligt) en druk de vierkantjes
een beetje in. Serveer heet of koud.
Origineel lijkt pandowdy een beetje op een
appelkruimeltaart,
alleen wordt hij in een iets diepere ovenschaal gebakken en de
kruimels zijn grover. Eigenlijk
moet er een ietwat platgedrukte kruimellaag op, die pas na het bakken
in vierkantjes wordt gesneden of ingedrukt. Ik had hem al van
tevoren platgerold en in stukjes gesneden, niet helemaal zoals het hoort
dus. Deze taart kan ook met andere fruitsoorten gemaakt worden,
bij voorbeeld perziken.
De naam appel pandowdy (of pan dowdy) komt voort
uit het feit dat de taart in een pan (Engelse bakvorm) is gebakken,
en dat de korst verkruimeld is (dowdied). De
Amerikanen
kennen een soortgelijke taart als
cobbler.