WORLDCOOK'S REIZEN - SUNDURBANS Bangladesh
Recepten uit Bangladesh Reizen naar Bangladesh Reizen naar andere landen

Catching shrimp larvae

Het woord "Sundarban" komt waarschijnlijk van het Bangladeshi woord voor "mooi woud". Een groot deel van het woud bestaat uit Sundari bomen. De Sundurban mangroves omgeven de delta van de Ganges en zijn het grootste mangrovegebied van de wereld. Een derde van het gebied behoort tot India, twee-derde tot Bangladesh. De mangrvebossen en de dieren die erin leven trekken zich echter niet al teveel aan van die grenzen, en de mensen misschien ook wel niet. Overal zie je de wortels uit de modderlaag omhoog steken - dat is de manier waarop de bomen ademen. Het lopen is daardoor echter niet zo makkelijk.

De Sundari boom groeit in brak water en heeft erg hard hout, twee kwaliteiten die ervoor zorgen dat het uitstekend bootmateriaal is en de bomen worden dan ook niet zelden illegaal gekapt. De dieren lopen dan ook risico. De armoede is zo groot, dat het nagenoeg onmogelijk is om milieuwetten te handhaven. Als je niets te eten hebt, lig je niet wakker over het voortbestaan van een mangrovebos, hoe mooi dat ook mag zijn.

ShushukWild boarSpotted deerBrown-winged kingfisher

Er zijn meer dan 250 vogelsoorten in de Sundarbans, 40 zoogdiersoorten en veel reptielen. We hebben veel herten en reeën gezien en gehoord; en veel verschillende vogels. De meeste vogels zingen het hoogste lied en zijn prachtig gekleurd. We hebben een aantal verschillende ijsvogels gezien en spechten, maar ook grote vogels zoals witte reigers en adelaars.
We zagen ook wilde zwijnen, die gaten maakten in het strand. En in het midden van de stad Kulna in de rivier de Rupsa, tussen drijvend vuilnis en omgekeerde flessen, zag ik mijn eerste rivierdolfijn.
In de wateren van de Sundurbans leven veel rivierdolfijnen. Ze worden "Shushuk" genoemd, naar het geluid dat zij maken. De rivierdolfijnen zijn iets kleiner dan hun broeders uit de zee. Omdat er veel dammen zijn gebouwd in de rivier, komen de dolfijnen niet veel met andere dolfijnen in contact en inteelt tast hun gezondheid aan. Ook deze dolfijn wordt met uitsterven bedreigd.

Tiger cub's footprintRoyal Bengal tiger

We hebben de Koninklijke Bengaalse Tijger niet gezien, hoe groot hij ook mag zijn. Maar zijn sporen zie je overal. We zagen zijn pootafdrukken in het zand, zijn nagels in de boom, en natuurlijk overal tijgerpoep, een bekend onderzoeksobject. Daarvandaan weten de onderzoekers dat tijgers helemaal niet zo dol zijn op mensenvlees. Ze hebben liever herten en wilde zwijnen, en af en toe een visje. Alleen als ze heel oud worden en te langzaam om een echt lekkere prooi te vangen, verschalken ze af en toe een mensje.
De Sundarban tijger is de grootste tijger ter wereld. De twee meter lange tijger werd "Koninklijke Bengaalse Tijger" genoemd door de Britse kolonisten. Die hielden helaas ook van een "Koninklijke Bengaalse Huid" aan de muur en startten daarmee met het uitroeien van deze dieren. Wereldwijd zijn er nog 5.000 tot 7.000 tijgers die in het wild leven (en dat is minder dan in de parken in Noord-Amerika) en 400 daarvan wonen in Bangladesh.

De belangrijkste activiteit in de Sundarbans is garnalenteelt. Waar er vroeger rijstvelden waren langs de kust, worden nu garnalen grootgebracht. Soms wordt er zelfs microkrediet voor gegeven. Meestal echter kopen de beter gesitueerde zakenmannen het land van de arme boeren, en soms pachten ze het voor een klein bedrag. Het land wordt onder een laag zout water gezet, zodat het daarna volkomen ongeschikt is voor de landbouw. Het zoute water lekt natuurlijk ook uit naar de buren zodat dat land ook weer goedkoop te koop komt. De inkomsten van de garnalen zijn beter dan van rijstoogst maar het is niet erg arbeidsintensief, zodat velen werkloos worden. De boeren worden garnalenvissers; de garnalen komen tenslotte niet vanzelf naar die nieuwe telerijen.
De vissers vangen de garnalenlarfjes met een soort muskietengaas. De larven zijn nog zo dun als haren. Van alle dieren die zij vangen is misschien 1% garnaal; de rest wordt weggegooid en gaat dus meestal dood. De garnalen worden dan getransporteerd maar omdat de vissers geen expert zijn en niet het goede materieel hebben, overleeft meestal maar een procent van de garnalen de reis.
Het vangen van een garnaal kost dus het leven van vele andere zeediertjes. Garnalen vangen is verboden in de Sundarbans, maar het salaris van regeringsbeambten is dusdanig laag, dat hun mening daarover gemakkelijk kan worden beïnvloed.
De "dame van het woud', Bon Bibi, is heilig in de Sundarbans en bij de ingang van het woud zie je tempels, aan haar gewijd. Het verhaal kent een interessant mengsel van godsdienstige invloeden. Het is een Hindoe verhaal maar het begint met het Moslimwoord "Bismillah". De aartsengel Gabriël speelt een rol, hij verslaat namelijk de gemene god Dokkhin Rai in de wildernis; deze god verschijnt vaak als tijger.
De situatie komt in evenwicht als Bon Bibi in de bewoonde wereld gaat regeren en Dokkhin Rai in de wildernis, totdat een hebberige eigenaar van een vissersvloot het woud ingaat. Hij verkoopt een arm weesjongetje aan Dokkhin Rai, die dol is op mensenvlees. Gelukkig herinnert de jongen zich zijn moeder's wijze woorden en roept Bon Bibi aan, die hem direct komt redden. Ze stuurt hem terug naar zijn moeder, vastgebonden op een krokodil (wat wil je nou liever, een krokodil of een tijger) en beladen met giften.
Tegenwoordig vraagt men nog steeds Bon Bibi's bescherrming bij het binnengaan van het woud. Om die bescherming te krijgen moet je je aan de regels houden, dat wil zeggen geen menselijke sporen in het woud, het koninkrijk van Dokkhin Rai, achterlaten. De honingzoekers spugen dus nooit op de grond tijdens hun werk, een gewoonte die overal elders in Bangladesh ruimschoots bedreven wordt.

De Sundarbans zijn, net als de rest van Bangladesh, nog onbedorven door toerisme en de zee en stranden zijn leeg. Je gids komt zelfs de zee in om je een stuk watermeloen aan te bieden.