De meest bekende piramides, al zijn ze dan niet het oudste, liggen in Gizeh (of Giza). Ofschoon het lijkt alsof er maar drie staan (Cheops, Chefren en Mykerinos), zijn er wel 11 in dat gebied en meer dan 90 in Egypte; en er worden nog steeds nieuwe gevonden. De grootste is de piramide van Cheops, maar die van zijn zoon Chefren, met de witte kalksteen bovenop lijkt groter. Schijn bedriegt echter: deze piramide ligt op een terpje en bovendien heeft hij een steilere hellingshoek. Het verschil is echter maar klein (136 en 137 meter), en beide piramides hebben in de loop der jaren tussen de zeven en de tien meter verloren aan de woestijn.

De priamide van Mykerinos is, met zijn 65 meter, veel kleiner dan de andere twee. Van dichtbij kun je zien dat de piramide is opgebouwd uit enorme blokken; kijk maar hoe groot ze zijn in vergelijking met de soldaat. De blokken nemen af in grootte naarmate je hoger op de piramide bent. Vroeger waren de piramides volledig bedekt met kalksteen en dus helemaal glad. De piramides bij Gizeh dateren uit 2570 voor Christus, en ze zijn daarmee een eeuw jonger dan de trappiramide van Sakkarah. Als je foto's ziet, lijkt het altijd alsof de piramides midden in de woestijn staan, maar eigenlijk liggen ze direct tegen de stad. Je kunt lopen naar de buitenkant van Cairo.

Vanaf het Gizeh plateau, kun je de piramides van Sakarrah zien liggen op een afstand van 25 kilometer. De beroemdste en oudtste is de trappiramide van Koning Djoser. Omdat ze ouder zijn, heeft de tijd ze geërodeerd tot minder puntige versies.

De piramides worden bewaakt door de sfinx en de sfink weer door talloze vogels. Er wordt gezegd dat het hoofd dat van Chefren is, maar er is geen zekerheid. De sfinx heeft geen neus (waarover ook heel wat verhalen de ronde doen, waar onder andere de soldaten van Napoleon een rol in speelden) en als de vogels zo doorgaan heeft de sfinx binnenkort helemaal geen hoofd meer. De naam "sfinx" is niet Egyptisch maar Grieks, en het is een mythologisch dier met het lichaam van een leeuw, de vleugels van een adelaar en een menselijk hoofd. De vleugels zitten er in dit geval niet aan en hebben er welicht ook nooit aan gezeten.