Meng de beide meelsoorten met de boter, het ei en
de helft van de suiker en kneed dit tot een deeg. Neem 2/3 van het deeg
en rol dit uit tot een ronde lap. Bekleed hier een ingevette springvorm
mee. Meng de kweeperen met de overgebleven suiker en de koekkruiden
en schep dit mengsel in de taart. Rol het overgebleven deeg uit en snijd
het in repen. Bedek hiermee de bovenkant van de taart, zoals bij Hollandse
appeltaart. Bak de taart 50 minuten op 165 graden.
De kweepeer is een soort "goudreinet" onder de peren,
zurig en aromatisch, maar rauw niet goed te eten. Er zit veel pectine
in en de peren zijn daarom goed om jam en marmelade mee te maken.
Het woord komt van het Portugese woord voor kweepeer, "marmelo". De
vrucht is al heel lang bekend en werd door de Romeinen met honing bereid.
In de Oosterse keuken wordt de
vrucht ook gebruikt in hartige schotels.
Voor meer recepten met kweeperen, zie ook
kweeperenjam,
kweeperenlikeur en
kweeperen uit de oven.
Geïnspireerd door onze vrienden, de familie
Bos in Oosterwolde.