Klop de eiwitten stijf. Voeg langzaam de helft
van de suiker toe en de vanillesuiker, blijf kloppen. Doe de eidooiers met
de overgebleven suiker en een eetlepel heet water in een kom en zet de kom
in een pan heet water. Klop dit gedurende 5 minuten met een electrische
mixer. Roer de bloem erdoor. Roer voorzichtig de eiwitten erdoor. Maak met
behulp van een spuitzak kokejes in de vorm van lange vingers op een ingevette
bakplaat en bak deze 10-15 minuten op 180 graden. |
Kneed de boter, suiker
en bloem tezamen en maak drie porties, twee grotere en een kleine. Kneed
de cacao door één van de grote porties. Zet het deeg een half uur in
de koelkast. Rol de grote stukken deeg uit in twee lange rollen, zodat
er vier rollen in totaal ontstaan. Leg een bruine en een witte naast
elkaar, smeer er wat eiwit op en druk ze tegen elkaar. Leg dan een witte
op de bruine en een bruine op de witte (zie foto), plak met eiwit. Rol
het kleine stuk deeg uit tot een heel dunne lap en vouw dit om de koekstaaf.
Snijd plakjes hiervan en leg die op een ingevette bakplaat. Bak de koekjes
15 minuten op 180 graden.
De koekjes lijken op
dambordkoekjes, maar de samenstelling
is net even anders.
|