- 200 GRAM FILODEEG
- 100 GRAM GESMOLTEN BOTER
- 200 GRAM RUNDERGEHAKT
- 2 TEENTJES KNOFLOOK, gesnipperd
- 1 UI, gesnipperd
- 1/2 THEELEPEL KOMIJNZAAD
- 1/4 THEELEPEL NOOTMUSKAAT
- 1/4 THEELEPEL CAYENNEPEPER
- HANDJE MUNT, geknipt
|
|
- 400 GRAM WORTELS, in plakjes
- 75 GRAM PANEERMEEL
- 2 EIEREN
- 8 GEDROOGDE ABRIKOZEN, 1 nacht geweekt
- HANDJE MUNTBLAADJES, geknipt
- 2 TEENTJES KNOFLOOK, uitgeknepen
- 1 THEELEPEL PAPRIKAPOEDER
- 4 EETLEPELS BLOEM
- 2 DECILITER YOGHURT
- HANDJE DILLE, geknipt
|
Meng gehakt, knoflook,
ui, komijn, nootmuskaat, cayennepeper, munt en zout naar smaak goed
door elkaar. Verdeel het filodeeg in lange smalle repen. Bestrijk ze
met boter en leg er steeds vier op elkaar. Leg in de hoek van ieder
stapeltje repen een handje gehakt, en vouw de reep tot een driehoek.
Ga door tot het deeg of de vulling op is. Bestrijk de bovenkant van
de drehoekjes ook met boter. Bak ze een half uur op 180 graden.
|
Kook de wortels 5 minuten
en pureer ze met de paneermeel, eieren, abrikozen, munt, helft van de
knoflook, paprikapoeder en peper en zout naar smaak in de keukenmachine.
Zet dit mengsel een uur in de koelkast en maak er dan 12 kroketjes van;
rol ze door de bloem. Bak deze rondom bruin in de koekenpan in een dun
laagje olie. Meng de yoghurt met de overgebleven knoflook en de dille
en serveer dit als dipsaus.
Dit is een recept uit
het Egeïsch gebied in Turkije.
|