Meng alle ingrediënten goed door elkaar en voeg 3 1/2 deciliter water toe. Laat het beslag een uur rijzen. Vorm oliebollen uit het beslag met behulp van twee eetlepels of een ijsbolletjestang en frituur deze 7 minuten op 160 graden. Draai ze halverwege om indien nodig. Serveer ze met poedersuiker.

Boor het klokhuis uit de appels en snijd ze in 4 dikke plakken. Meng de suiker en kaneel en strooi dit mengsel over de appelplakken. Laat ze een half uur staan. Meng, voor het beslag, meel, ei en melk goed door elkaar. Doop de appelplakken in het beslag en frituur ze goudbruin op 180 graden. Draai ze halverwege om.

Toen ik klein was, bakte mijn opa altijd oliebollen en appelflappen, letterlijk emmers vol. Het huis was doortrokken van de zoete frituurlucht. We aten de hele oudejaarsavond bollen en flappen, tot we er geen een meer konden zien laat staan eten, en dan waren ze nog niet op. Het resultaat was, dat het nieuwjaarsontbijt doorgaans uit dezelfde ingrediënten bestond, oliebollen en appelflappen. Het was lekker, maar je hoefde ze dan echt een paar maanden niet meer. Gelukkig duurde het dan ook een jaar voor ze weer op tafel kwamen.
Een van de verhalen achter de oliebollentraditie is, dat mensen vette gerechten aten om het zwaard van de godin Perchta af te laten glijden; zij vloog kennelijk op Oudjaarsavond door de lucht om gevulde buikjes te doorklieven.
Op Worldcook's Nieuwjaarspagina staan nog meer nieuwjaarsrecepten uit andere landen.