Smelt de boter met 75 gram bloem, kook drie minuten
zachtjes, roer goed. Voeg de bouillon toe en breng dit aan de kook,
al roerend. Doe het vlees erbij, de ui, de paprika en de paprikapoeder
en kook nog 2 minuten zachtjes. Doe de warmtebron uit en roer de gelatine
erdoor en zout en peper naar smaak. Laat dit mengsel in de koelkast
afkoelen. Vorm er kroketten van. Rol deze eerst door de overgebleven
bloem, dan door eiwit en dan door paneermeel. Laat de kroketten nogmaals
een uur in de koelkast opstijven en frituur ze goudbruin (ongeveer 4 minuten).
Geïnspireerd door het boek "Het basis krokettenkookboek"
van Edwin Kats.