Meng de bloem met 2
eetlepels likeur, 100 gram boter, 1 ei, amandelspijs en bijna alle rozijnen
(houd er 12 achter). Maak van dit beslag 24 ronde koekjes op een ingevette
bakplaat; doe een rozijn in het midden van 12 koekjes en bak ze ongeveer
14 minuten op 180 graden. Laat ze afkoelen. Klop ondertussen de overgebleven
boter met 3 eidooiers, 2 eetlepels likeur en 25 gram poedersuiker. Plak
steeds twee koekjes aan elkaar met de botercrème, het koekje met de
rozijn bovenop. Maak een dun glazuur van de cacao, overgebleven poedersuiker
en likeur en voeg wat water toe indien nodig. Druppel het glazuur over
de koekjes.
|
Klop de boter met de
suiker en het ei gedurende drie minuten. Roer de noten en de chocoladeblokjes
er voorzichtig door. Schep kleine hoopjes met behulp van twee lepels
op een ingevette bakplaat en bak de koekjes een kwartier op 175 graden.
|